Catherine
De natuur biedt een manier om te ontsnappen. Om alle radertjes in ons hoofd, waarmee we elke dag onze to-do-lijstjes invullen en afvinken, even in een lagere versnelling te zetten. En meestal geldt: hoe verder je van de bewoonde wereld bent, hoe gemakkelijker je los kunt laten. Maar niet op de Tafelberg, merkte ik toen ik laatst weer eens thuis was. Zelfs met uitzicht op de flats van Kaapstad, voelde het alsof ik me in een ander universum bevond. Kwam het door de hitte? Kwam het doordat mijn conditie misschien iets minder was dan normaal? Of kwam het door de berg zelf? Ik weet alleen nog dat ik dacht dat ik de berg op ging om even te relaxen na een drukke dag met vrienden en familie. Maar wat ik meemaakte, is moeilijk uit te leggen. Lees er meer over in deze editie van Notes from Outside.
Catherine
Editor, Notes from Outside
Je moet opletten dat je de Tafelberg niet onderschat. Je ziet de berg vanuit het drukke centrum van Kaapstad en je ogen bevestigen: ja, dit is inderdaad een flinke rots. Geen glooiing in het landschap of een gezellig heuveltje, maar een 'serieuze' berg – met scherpe randen en steile klippen. En toch, omdat hij zo dicht bij de stad ligt, heeft hij iets vertrouwds. Je vergeet bijna dat deze berg een stuk onherbergzame natuur is, en geen toeristische attractie. Maar zelfs als je langs een van de drukkere routes aan de noordkant de berg op loopt, merk je hoe snel je in een andere wereld terechtkomt.
In januari 2024 beklom ik de Tafelberg via een minder toeristische, maar nog steeds populaire route: Skeleton Gorge. Na 20 minuten klimmen en zweten tussen de dichte, oerwoudachtige begroeiing verstomde het verkeer. De wanden van de kloof sloten zich, terwijl wij steeds hoger klommen. Het werd warmer en overal hoorde je vogels. We hadden het bekende universum al verlaten.
We kwamen steeds hoger, stap na stap, boomwortel na boomwortel. Tot we bij de ladders kwamen. Ik merkte meteen dat ze er heel anders uitzagen dan in mijn herinnering. Het klopte dat de bladeren van de bomen ervoor zorgden dat ze er minder gevaarlijk uitzagen, maar zeker niet minder steil. Het leek nog steeds alsof je recht tegen een rotswand omhoog moest klimmen, maar dan met een paar rotsblokken en planten om je val te breken als je een voet verkeerd zette. Ik concentreerde me op het mos dat overal op de rots groeide, en op mijn handen en voeten die ik voorzichtig neerzette op elke trede.
Na een kleine eeuwigheid waren we boven en keken we uit over een zigzagpad – opgelucht dat we de ladders gehad hadden. Nu zagen we pas hoe hoog we waren gekomen. We zagen nog steeds de stad, de oceaan en de bergen aan de andere kant van de baai. Maar het leek alsof we door een onzichtbaar krachtveld keken. We konden ze zien, maar ze waren onbereikbaar geworden. We draaiden ons om richting de berg en volgden het kronkelige pad tot we de top van de kloof bereikten. Hier maakten we een bocht naar rechts en gingen het Smuts Track op, een pad dat over de top van de berg in noordelijke richting loopt.
We volgden dit pad tussen het 'fynbos' (de diverse vegetatie die typisch is voor de Zuid-Afrikaanse Kaapstreek) naar Maclear's Beacon: het hoogste punt van de Tafelberg. Aan de oostkant lag de stad, met haar kleine huisjes en auto's, en kleine mensen die hun kleine levens leiden...
In het zuiden strekte 50 kilometer zandsteenberg zich uit tot de punt van het schiereiland, en in het westen lag bijna 7.000 kilometer ononderbroken oceaan. Je hoeft maar 360 graden te draaien en je raakt je gevoel voor richting totaal kwijt – net als je gevoel voor ruimte. Plotseling ben je de enige mens op de berg, en wordt de berg je hele universum.
In deze toestand leek Smuts Track wel een avontuur uit Alice in Wonderland. Het pad kronkelde en klom, omringd door rode disabloemen, bloemloze proteaplanten en andere struiken met kleine blaadjes. Toen ging het ineens steil naar beneden. We liepen over een vlonderpad boven het water, terwijl we stekelige restioplanten aan de kant sloegen, met recht voor ons een groot stuk graniet. Even vergaten we te genieten van het uitzicht, omdat het pad al onze aandacht opeiste. Onze ogen gericht op de vlonder, op zoek naar gebroken planken, dan weer omhoog als er een kleine honingzuiger voorbij vloog. Nog een ladder. Nog meer klimmen. Het was de warmste dag van de zomer tot nog toe, en toen we helemaal boven waren, zat er al een groep wandelaars – samengekropen achter een grote rots, het enige stukje beschikbare schaduw. Ze schrokken een beetje. Ook zij zaten voor zich uit te staren, betoverd door de berg, en waren vergeten dat er ook nog andere mensen bestonden – mensen die dit soort routes lopen. Wij gingen door. Nog hoger.
We waren bijna bij het hoogste punt, de stad kwam weer achter de berg tevoorschijn. We moesten nog één ladder op, en toen we boven waren, viel het krachtveld weg dat ons gescheiden had gehouden van de rest van de wereld. Groepen wandelaars en netjes geklede toeristen klommen om beurten op de stenen om een foto te maken op het hoogste punt van de stad.
Vanaf dit punt was de weg terug naar beneden een ontspannen wandeling over het geasfalteerde pad tussen het hoogste punt en het drukke kabelbaanstation. Even kwam dat surrealistische gevoel terug, toen de helikopter van het natuurreservaat boven onze hoofden zweefde. De rangers met hun kaki kleding zwaaiden naar ons van zo'n 20 meter hoogte, terwijl het geluid van de rotoren het geklets van de toeristen om ons heen deed verstommen.
Een uur later, dus na de kabelbaan en vervolgens een taxi naar het restaurant, zaten we te lunchen in het centrum van de stad – de scherpe randen en steile klippen van de berg waren weer vervaagd tot dat vertrouwde blok graniet dat boven de stad uitsteekt. En wij? Wij trapten erin, en dachten weer dat de wereld die we kennen de enige is die er bestaat. En dat er geen parallelle universums zijn.
Tekst en foto's van Catherine Sempill
Catherine is de content manager van de Adventure Hub. Ze is opgegroeid in Zuid-Afrika en verkende daar al op jonge leeftijd de weidse, open wildernis. Tegenwoordig woont ze in Engeland en ontdekt ze daar het platteland al wandelend, fietsend of hardlopend (op een heel relaxt tempo).