De Tafelberg neemt een speciale plek midden in mijn geboortestad, Kaapstad, in. Ik heb mooie jeugdherinneringen aan kinderpartijtjes op loopafstand van de parkeerplaats en hardloopsessies op de lagere hellingen van de berg tijdens de gymles op school. Toen ik studeerde begon ik met een vriendin een wandelgroep voor vrouwen, waarmee we elke katerige zondagochtend (langzaamaan) een nieuwe weg naar de top namen. En wat recenter liet ik mijn partner mijn favoriete beschaduwde weg naar boven zien. Een ervaring die heel vertrouwd was, maar ook weer helemaal nieuw voelde omdat ik het met iemand ondernam die de berg nog niet kende. Sommige plekken vormen onze herinneringen en onze herinneringen geven deze plekken betekenis. Dit is het onderwerp dat Matt Medendorp verkent in het 16e nummer van Notes from Outside. Hij fietste ruim 300 kilometer langs de rivier de Manistee – zijn persoonlijke Tafelberg – die de achtergrond vormde voor veel van de ups en downs in zijn leven. En net als het leven zelf, nam deze rit een hoop onverwachte wendingen. Veel leesplezier!
Catherine
Editor, Notes from Outside
De Manistee rivier begint als kleine bron. In een nederige staat in het Midwesten van de Verenigde Staten, slingert de Manistee door dennenbossen, plattelandsgemeenschappen en zandduinen, voordat hij uitmondt in het gigantische Lake Michigan, waar het elke dag duizenden liters water aflevert. Het lijkt wel op hoe wij als mensen ook beginnen: kleine verschrompelde dingen die vertrouwen op de zorg van hun omgeving om te groeien en sterk te worden, voordat we overgaan in een groter gevoel van zingeving en gemeenschap.
Maar nadat ik er 130 kilometer van een bikepackingtrip langs de oevers van de Manistee op had zitten, was ik te uitgeput om te filosoferen. Niet was gegaan zoals gepland. De dag was ongebruikelijk warm voor een late lentedag, en in Noord-Michigan is de straling van de zon slopend en meedogenloos. Door een gebroken derailleur kan ik maar 3 versnellingen gebruiken, waardoor ik gedwongen ben om met mijn 10 jaar oude gravelbike van de beschaduwde singletrack af te gaan, en op de bosweg met mul zand moet rijden. De bomen hier zijn gekapt door de energiemaatschappij om ruimte te maken voor hoogspanningskabels met door een dam gegenereerde elektriciteit. Het elektrische gezoem van die kabels houdt me gezelschap, en doet de haren op mijn bezwete armen en nek soms overeind staan. De vrachtwagens die op gezette tijden in grote stofwolken voorbij komen dwingen me van de weg af in de niet bestaande vluchtstrook en laten grote sporen achter in de weg, waardoor deze onbegaanbaar wordt.
Het was niet mijn plan geweest om op deze weg onder de hoogspanningskabels te fietsen. Het had een idyllisch weekend moeten zijn, waar ik een nieuwe bikepackingroute langs de rivieren de Big Manistee en Litte Manistee in Noord-Michigan zou volgen. Het resultaat van zorgvuldig plannen op komoot, waarbij ik de satellietkaart van komoot intensief aan- en weer uitschakelde was een rondje van 315 kilometer, die in 3 dagen fietsen voltooid zou kunnen worden.
Dit was niet zomaar een missie. Na een paar jaar de wereld over gereisd te hebben, hadden mijn vrouw en ik recent besloten om definitief naar Michigan te verhuizen. Dit was iets heel anders dan de golven in Indonesië of de hoge bergen in de woestijn van het zuidwesten van de VS, waar we hiervoor hadden gewoond. Door de vele verhuizing voelden we ons ontheemd en ik was op zoek naar een constante plek, waar ik telkens naar terug zou kunnen keren. De Manistee was deze plek voor mij. Vriendschappen die kwamen en gingen, vrijgezellenfeesten, solo trips, trailruns, en volgepropte rugzakken. Mijn vrouw en ik backpakten er langs de oevers als 1 van onze eerste dates en jaren later vroeg ik haar ten huwelijk op een klif met uitzicht op mijn favoriete bocht.
Volgens de familiegeschiedenis reed mijn overgrootvader in zijn tienerjaren als houthakker boomstammen door de stroomversnellingen. Of op zijn minst op vergelijkbare noordelijke rivieren. Maar het was jaren geleden dat ik hier voor het laatst was geweest en er is ondertussen veel veranderd. Ik ben nu vader van twee kleine boeven, m’n haar wordt grijs bij mijn slapen en ik heb regelmatig last van mijn rug. De rivier leek voor mij een oude vriend die mij tegelijkertijd in het heden en het verleden kon aarden, waardoor er een werkende relatie met ons nieuwe, oude thuis tot stand kon komen.
Als je kinderen hebt zijn solo-avonturen helemaal afhankelijk van de gulheid van je partner en worden ze gemeten in uren, niet in weken. Ik had 3 dagen om de hele trip te voltooien en geen mogelijkheid om er een rondje van te maken en om de afstand af te leggen die ik eigenlijk wilde. Daarom slaagde ik erin Quinn, een vriend en fotograaf, ervan te overtuigen mij op de trip te helpen om op de juiste plekken te komen. We hadden elkaar jaren geleden ontmoet tijdens een werkfotoshoot en konden het meteen goed vinden dankzij een gedeelde liefde voor onbezonnen plannen en grote ideeën. Een paar jaar geleden had hij geholpen en gefotografeerd bij een mislukte poging om de Au Sable, een andere van de indrukwekkende rivieren van Noord-Michigan, te kanoën. Die reis eindigde slecht (aluminium kano, schouderblessure, terugtocht vergezeld door een glas whisky). En we hoopten allebei dat deze rit beter af zou lopen.
Toen ik na de eerste 20 kilometer eindelijk het gevoel kreeg dat ik in het ritme zat, maakte de versnelling een krakend geluid en trapte ik opeens zonder weerstand. Ik slipte, zwenkte uit en probeerde zo soepel mogelijk te vallen. Toen ik opstond, zag ik dat de derailleur kapot was en ik wist dat mijn beperkte mechanische kennis niet genoeg zou zijn om dit te herstellen. Gelukkig was Quinn nog in de buurt en had mijn mobiele telefoon voldoende signaal om hem te bellen. De herinnering aan die mislukte kanotocht galmde nog na in onze hoofden, maar gelukkig bleef het daarbij. Na een kort bezoek aan een fietsenwinkel en een geïmproviseerde reparatie, was mijn fiets klaar om verder te gaan, zij het met een racefietsderailleur waarmee ik maar in drie versnellingen kon rijden. In ieder geval kon ik weer verder, ook al lag ik een paar uur achter op schema.
Een opeenvolging van verharde wegen langs boomgaarden, hertenpaadjes en singletracks, en een perfect vlak en verhard wandelpad langs de rivier bracht me naar de kampeerplek aan de oevers van de Manistee waar ik de eerste nacht doorbracht. Quinn nam afscheid en wenste me succes voor de rest van de reis. Morgen zou ik op mezelf zijn aangewezen.
De volgende ochtend werd ik vroeg wakker en haalde mijn verkrampte benen uit de slaapzak om ze te strekken. Ik stond te popelen om op pad te gaan ook al was ik een beetje brak, omdat ik laat opgebleven was om met mijn buren te kletsen: een groep kettingrokende ultralopers die graag hun eten en koude biertjes met me deelden. Maar op 2 of 3 kilometer van de camping werd het duidelijk dat de fiets niet opgewassen was tegen de noordelijke singletracks. Hoewel Michigan geen echte bergen heeft, zijn de heuvels in het binnenland, ooit gevormd door gletsjers, bezaaid met steile, met wortels gevulde beklimmingen en kronkelende afdalingen met haarspeldbochten. Kortom, onvriendelijk terrein voor een oude gravelbike met maar drie versnellingen. Geconfronteerd met het dilemma om de hele dag met de fiets te moeten lopen op klikschoenen terwijl ik geteisterd werd door zwermen muggen, of terug te keren naar de camping, koos ik voor de laatste optie. Eenmaal op de camping opende ik de komoot-kaarten die ik had gedownload. Tot mijn spijt waren de uren die ik besteed had aan het gedetailleerd plannen van de route verspilde moeite geweest en moest ik op zoek gaan naar een alternatieve route. Dat was de enige manier om meer tijd in het zadel door te brengen in plaats van naast mijn fiets te lopen.
En zo kom ik dan weer bij de hoogspanningskabels van het begin van het verhaal terug. De weg met het mulle zand, die lag te bakken in de UV-stralen van de zon. De geur van warm dennenhout, warm zand, het geluid van mijn ketting, het zweet dat prikte in mijn ogen, het gezoem van hoogspanningskabels dat op mijn zenuwen begon te werken. En de ‘waarom’-vraag: waarom doe ik dit? Als ik ook gewekt zou kunnen worden door de ondeugende lach van 2 kleine kindjes, een bak sterke koffie, en een dag bij een meer, in plaats van een dag met oploskoffie, liters zweet, en een te zwaar bepakte, semi-functionerende fiets. Met nog kilometers meer te gaan voordat ik zou kunnen rusten, was een deel van mij ervan overtuigd dat er nooit een einde aan zou komen.
Maar de avond viel toch, net als uiteindelijk elke avond. Uitgeput en vies na een dag vol met ongelukkige gebeurtenissen, zoals het crashen van een familiereünie in strakke fietsbroek (ik, niet de familie), een echte crash, de route weer opnieuw moeten plannen om enkeldiep zand te vermijden, uitdroging, door de navigatie om het mooiste en rustigste deel van de rivier heen gestuurd worden (waar ik me het meest op verheugd had), en een volgeboekte camping. Een dag vol beproevingen. Dus in plaats van een mooie camping in de duinen met uitzicht op Lake Michigan, sliep ik die avond in een goedkoop motel, at ik een pizza van de benzinepomp en was ik te uitgeput om te douchen.
Ik denk aan de rivier alsof het een constante is, maar dat is het natuurlijk niet. Het is niet hetzelfde water dat door de rivier stroomt als toen ik op de oevers op mijn knieën ging, of toen ik een niet goed voorbereide groep tieners begeleidde op hun eerste backpacktrip. Rivieren veranderen zelf, maar ook het landschap eromheen. Constant nieuw, constant ververst, andere entiteiten door de duizenden jaren heen dat ze het land doorkruisen.
Die ochtend werd ik wakker in de mist en fietste ik door het uitgestorven nog slapende stadje Manistee, naar de pier in Lake Michigan. Samen met een visser was ik de enige daar, terwijl ik een overwinningszelfportret probeerde te maken met een troebele lens. Ik wist dat ik nog een lange weg te gaan had langs de Little Manistee terug het binnenland in naar het plaatsje Luther en de schone kleren in mijn auto. Ik verwachtte door al de tegenspoed van de afgelopen dagen dat het een lange, zware tocht zou worden. Maar natuurlijk liet de Little Manistee, de kleinere rivier die ik voor het eerst meemaakte, zich van zijn meest vriendelijke en gastvrije kant zien. Ik kon de hele dag in schaduw van bomen fietsen op hard gravel, naast kristalhelder water vol met forellen. Genoeg koud drinkwater beschikbaar wanneer ik daar behoefte aan had, onverharde wegen zonder mul zand, perfect gepositioneerde benzinepompen die Snickers-ijs en Gatorade verkochten.
Een rivier heeft een ander soort consistentie dan het land. Als je naar een plek op het land terugkeert, waar je met je voeten stevig op de grond staat, zijn de stenen en de andere elementen waar je op staat nog dezelfde als toen je die plek verliet. Bij een rivier is dat anders. De consistentie van een rivier zit ‘m niet in de miljoenen druppels water waaruit hij bestaat, maar in het feit dat het water altijd blijft stromen. Het water verandert, maar de rivier blijft dezelfde. De stroom beweegt zich naar de monding, slijt rotsen uit, en vormt het landschap. Al het andere verandert, maar de rivier blijft. En wie weet? Misschien waren de waterstof- en zuurstofmoleculen die op die dag voor mijn ogen stroomden, wel dezelfde als die getuige waren van het ja-woord van mijn vrouw toen ik haar een aanzoek deed. Of hadden ze mijn overgrootvader gezien toen hij probeerde zijn evenwicht niet te verliezen op de boomstronken in de stroomversnellingen. Misschien waren die atomen wel Lake Michigan ingestroomd, waren ze verdampt in de zomerhitte, het binnenland in geblazen door de zomerwind, om als regen weer in de rivier terecht te komen, en voorbestemd om die cyclus keer op keer te doorlopen. En wie weet waren het diezelfde watermoleculen die ik uiteindelijk daar ontmoette, bij een klein stroompje vol forellen, omringd door dennenbomen. Het zou zomaar kunnen.
Verhaal door Matt Medendorp, foto's van Quinn Badder
Writer, poet, occasional photo-taker, and aspiring member of Butch Cassidy’s Hole-in-the-Wall Gang. Matt gets excited about genuine, narrative-driven storytelling and is always up for partaking in harebrained schemes, be they by bike, canoe, or another yet-to-be-identified mode of transport.