Er zijn veel situaties die een relatie op de proef kunnen stellen. En vaak wordt een relatie dankzij die moeilijke momenten samen juist sterker. Maar veel stellen hebben nog nooit een situatie meegemaakt waarin een verkeerd besluit de ander echt fysiek in gevaar kan brengen. Dat is wat nummer 13 zo interessant maakt. De trektocht van een maand in de Zwitserse Alpen was niet alleen een fysieke test voor Nic en haar partner James, maar het was ook een manier om hun relatie verder te ontwikkelen. Zouden ze aan het eind van de tocht ondanks de vermoeidheid, het zweten en de angst nog samen door één deur kunnen? Ik zal verder niks verklappen. Veel leesplezier – en vergeet niet de Collectie te bekijken als dit klinkt als een mooi avontuur voor je bucketlist van de zomer van 2024.
Catherine
Editor, Notes from Outside
Ik begon te rennen en barstte in lachen uit. Het was meer een soort kinderlijk gegrinnik dat in mijn keel bleef steken, terwijl ik over het plateau huppelde. Op de een of andere manier voelde mijn rugzak niet zwaar mee. Ik draaide me om en zag James lachend zijn hoofd schudden.
Het was dag 25 van onze maandlange hike door Zwitserland op de Alpenpassenroute, een zware wandeltocht van 700 km lang, met 38.000 kuitenbijtende hoogtemeters. Had ik eindelijk mijn goede wandelbenen gevonden, of was ik aan het ijlen? Wat het ook was, ik voelde me op dat moment de koningin van de wereld. We naderden Alp Catogne, aan onze rechterhand was de nauwe vallei van Le Châtelard, en aan de andere kant zagen we de troebele turquoise wateren van Lac d’Emoson. Het was prachtig, maar niet eens het beste uitzicht van de trip. Ik weet daarom niet precies waarom ik juist dat moment koos om al mijn zorgen te laten gaan en mezelf te verliezen aan de route. Eerder die ochtend had ik het nummer Coming Around Again van Simon Webbe uit 2006 herontdekt (een knaller). Het stond ergens verstopt op mijn Spotify playlist, en ik vond het terug terwijl ik op zoek was naar motiverende muziek om me te helpen de dag door te komen. Ook al is het beetje een fout nummer, en ondanks dat het al 17 jaar oud is, wist 22-jaar oude Nic de teksten nog helemaal uit haar hoofd. Ik weet 99% zeker dat Simon Webbe geen wandeltocht door Zwitserland in zijn hoofd had toen hij het schreef, maar het gaf mij zeker wel een grote boost die dag.
Maar laten we bij het begin beginnen, bij de eerste dag van het avontuur, toen we hand in hand op het startpunt van de Alpenpassenroute stonden (Zwitserse Nationale Wandelroute 6). Ik was zenuwachtig. Dit was de eerste keer dat ik zo’n lange route zou lopen. We waren van plan om de wandelroute met 43 etappes in 31 dagen te proppen. Dit was voor mijn vriend, een recordbrekende atleet, helemaal in zijn comfortzone. Maar voor mij was het een beangstigende onderneming. Met bijna 10 FKT’s (Fastest Known Times) op zak, is James een ware wandelmachine. Optimistisch gezien zou de tocht een kans zijn om samen prachtige herinneringen te maken, hand in hand door alpenweiden te lopen, onze liefde te vieren en de beste tijd van ons leven te hebben. Maar ik werd geplaagd door de zorg dat ik te langzaam voor hem zou gaan, dat hij kortaf op me zou reageren, en dat we elkaar op onze slechtste momenten zouden gaan zien. En om het helemaal af te maken zouden we beiden stinken, moe zijn en waarschijnlijk een slecht humeur hebben. Zouden we genoeg geduld hebben om de maand en de tocht heelhuids door te komen?
Na een paar dagen wennen, kwamen we in het wandelritme. Elke dag werden we gewekt door het zonlicht op onze tent, rekten we ons uit en begonnen we te lopen. Ik zou graag zeggen dat we elke dag tijdens het bestijgen (en afdalen) van de ene bergpas na de andere, diepe gesprekken hadden over onze dromen voor de toekomst, en de dingen waar we spijt van hadden in ons verleden. Maar onze gesprekken gingen onvermijdelijk vooral over wat voor eten we zouden kopen bij de volgende supermarkt. Over de worst die we elke keer dat we een stadje ingingen net misliepen, of ze die kleine handige kuipjes Thomy mayonaise zouden hebben, of hoeveel perzik ijsthee we in een keer zouden kunnen drinken. En kaas natuurlijk, zo veel kaas.
Op de meer technische segmenten stopte ik met kletsen. James wist dat mijn stilte betekende dat ik het pad eng vond. Hij ging dan langzamer en hielp me bij de dingen waar ik bang voor was. Bij onweer waren de rollen omgedraaid – aangezien James dat doodeng vond. Dat was duidelijk te zien aan zijn grote ogen op die momenten. Ik ben iemand die vertrouwt op statistieken, dus maakte ik me daar minder zorgen om. Mensen wonen en werken al eeuwenlang in deze bergen. De kans dat we door de bliksem getroffen zouden worden is erg klein. Wat de reden ook was – fysiek of mentaal – we spraken af om altijd op het tempo te gaan van degene die het moeilijk had.
Maar wat doe je als je het allebei moeilijk hebt? Dat was namelijk precies wat er op dag 28 gebeurde. We verlieten de berghut bij Lac de Salanfe in de stromende regen, met de voorspelling dat die in het komende uur zou afnemen. We liepen het vlakke stuk langs het meer, voordat we afsloegen om bergop richting de bergpas te gaan. Hier ging onze snelheid omlaag. De koeien om ons heen keken ons raar aan en vroegen zich waarschijnlijk af wat we daar in godsnaam aan het doen waren. Tegen de tijd dat we op een derde van de klim waren, was het zicht erg verslechterd en was de regen in sneeuw veranderd.
Eerst was het nog licht en nat, maar het bleef al snel liggen en het was best diep. Alles was bijna compleet wit geworden. Zonder de rode markeringen hadden we het pad nooit kunnen volgen. Er was een vrij steile afgrond aan onze rechterkant. Eén misstap en we konden zo van de berghelling afglijden, zonder ijsbijl om de val mee te stoppen.
Mijn hart bonsde in mijn keel. We stopten om even te overleggen over wat we moesten doen. Omkeren op een lineaire lang-afstandsroute is iets dat je eigenlijk niet wilt. De bedoeling was vooruit, niet achteruit. We hadden nog maar vier dagen te gaan, en onze vlucht naar huis was al geboekt. Er waren zoveel praktische redenen om door te gaan, dat we beiden erg gefrustreerd waren door deze situatie. We besloten om toch door te gaan, ondanks dat we niet wisten of het pad beter zichtbaar zou worden na de bocht. Maar na 20 minuten werd het duidelijk: verder gaan kon echt niet. Maar geen van ons tweeën wilde die beslissing nemen. James voelde de grond onder zich bewegen en de angst was zichtbaar op zijn gezicht. “We moeten hier wegwezen – we hadden 20 minuten geleden al om moeten keren," zei hij op een geërgerde toon. “Laten we dan nu omkeren!” antwoordde ik gespannen. Maar hij bewoog zich niet, we wilden allebei niet vooruit, maar ook niet achteruit.
We waren even een tijdje stil – bang en teleurgesteld, en heel erg bewust van het feit dat als we zouden omkeren, we de hele route niet af zouden kunnen maken. We voelden ons ook verantwoordelijk voor elkaar. We hadden overduidelijk een nieuw plan nodig. Daarom keerden we uiteindelijk toch om. Terug in de hut, likten we onze wonden en dronken we een kop muntthee. We boden elkaar onze excuses aan voor het gekibbel. Stellen komen normaal gesproken niet in een situatie waarin een slechte beslissing de andere persoon in gevaar kan brengen. Dat is een test die de meeste stellen gewoon niet tegenkomen. Maar we waren veilig. We zouden een nieuwe route door de vallei moeten nemen, en dat hadden we maar te accepteren en te omarmen als onderdeel van ons avontuur.
Aan het eind van de route hadden we het grootste deel van de trip in een tent geslapen, geen blessures opgelopen, noodweer doorstaan, en was ik fitter en mentaal sterker geworden. Ik wilde niet dat het avontuur over zou zijn. Terwijl ik op die 30ste avond buiten onze tent naar een epische zonsondergang zat te kijken, besefte ik hoe ver we waren gekomen sinds dag 1. Op individueel vlak, én als stel. We hadden aan het eind van elke dag een ‘mindful moment’ in onze routine ingebouwd. Bijvoorbeeld door naar het uitzicht te kijken, de wind op ons gezicht en het gras onder onze handen te voelen, of naar een rivier of de vogels te luisteren, en diep in te ademen en dat allemaal te waarderen. Ik was dankbaar voor de route, voor alle kaas, en voor James natuurlijk.
Tekst en foto's door Nic Hardy
Nic Hardy is een avonturier uit Sheffield, VK. Nadat ze een decennium in IT management in de publieke sector had gewerkt, nam ze ontslag en verkocht ze haar huis om haar leven daarna te wijden aan het beleven van avonturen en daarover te schrijven. Sindsdien heeft ze de Kilimanjaro beklommen, door de M’Goun regio in het Atlasgebergte getrokken, solo wildgekampeerd op afgelegen plekken zoals het noordwesten van Schotland, en vele meerdaagse wandeltochten in Europa en haar thuisland Engeland gemaakt.