In de 13de eeuw al voor het eerst vermeld, in de15de eeuw in handen van de heren van Gruuthuse en vanaf de 17de eeuw eigendom van de familie d'Ursel, die in de 20ste eeuw een (intussen alweer verdwenen) hippodroom aanlegde op het domein.
Het kasteel zelf is niet te zien. Aan de straatzijde liggen een paar bijgebouwen:
Het poortgebouw werd herhaaldelijk aangepast. Het bevat een oudere kern, die mogelijk dateert uit de 16de-17de eeuw. De erfzijde van het gebouw werd bijgebouwd in 1890. Het gebouw zelf is een verankerde, bakstenen constructie onder een leien zadeldak, in combinatie met arduin voor de poortomlijsting aan de straatzijde en kalkzandsteen voor de kruisvensters en de aanzetstenen van de poort aan de kasteelzijde.
Het vierkante gebouw telt twee bouwlagen, onder een vrij spits zadeldak tussen twee zijtrapgevels, met aan de voor- en de achterzijde telkens een dakvenster en twee dakkapellen. Aan de kant van het kasteel wordt het poortgebouw sinds circa 1890 geflankeerd door twee ongelijke hoektorens onder een tentdak op polygonaal grondplan. Boven de poort aan de straatkant zit een rondboognis met een Mariabeeld. Aan de kant van het kasteel prijkt een natuurstenen bas-reliëf met het wapenschild van de familie d'Ursel.
De conciërgewoning ligt ten oosten van het poortgebouw en paalt aan de straatzijde aan de muur van het kasteeldomein. In gebruik genomen in 1891, is het huis geïnspireerd op de cottagearchitectuur met invloed van de Anglo-Normandische bouwstijl. Het is een baksteenbouw onder leien zadeldaken, waarbij arduin is aangewend voor de plint, de (drieledige) kruisvensters en de als banden doorgetrokken midden- en onderdorpels.
Het grote koetshuis met -stalling paalt ten westen aan het poortgebouw. Het ontwerp is van René Buyck en dateert eveneens van circa 1892. Rode baksteenbouw onder leien zadeldaken, gecombineerd met arduin voor de omlijstingen van de muuropeningen, de drieledige vensters, de geblokte ontlastingsbogen en de als banden doorgetrokken lateien. De constructie is opgetrokken uit twee vleugels op een L-vormige plattegrond ter afbakening van een binnenkoer. De linkervleugel werd gebruikt als remise, de rechtervleugel als paardenstal. Binnenin zijn nog de oorspronkelijke paardenboxen bewaard.
Bron: Wikipedia