Vroeg uit de veren… Het hotel ontwaakt.
De eerste zonnestralen priemen door het raam. Tijdens het nuttigen van een stevig ontbijt worden hardnekkige mistbanken opgeruimd.
We zijn er klaar voor. Ons stalen karos brengt ons naar de bergrug tussen de dorpjes Heyd en Fanzel.
Cole du Rideû, de enige erkende Belgische Bergpas op 370 meter hoogte, blaakt in de zon.
We hebben geluk om na een druk weekend hier met 2 alléén te zijn..
Stilletjes, heel stilletjes om de ‘Draak’ niet wakker te maken, vatten we ons avontuur aan.
Langs brede boswegels, onder de beschutting van loof- en dennenbomen, dalen we af richting ‘Duivelsbed’. Het bladerdek kleurt plots sterk oranje…
Is het de vurige ochtendgeeuw van de ‘Duivel’? Door de grillige bladerloze takken ontwarren we het onbeslapen ‘Duivelsbed’. Is de Duivel nog op stap? Geluiden van angstige, paniekerige loeiende koeien vullen de vallei.
Voor alle zekerheid ontdoen wij ons van de wandelschoenen en lopen op kousenvoeten terug.
Een smalle kronkelende boswegel, over rotsige punten, leid ons over de slapende ‘Drakenrug’.
De bemoste rotsen en bomen brengen rust in onze geest en het woud. Enkel het geritsel van afgevallen bladeren verraden onze terugtocht in het mysterieuze, feeërieke decor.
Veilig en wel bereiken we, zonder de snurkende Draak te wekken, heelhuids de top van Rideû.
Het is ons gelukt… en de Duivel doet zich bij de staart van de slapende Draak tegoed aan dagverse rumsteak.
De morgenstond heeft werkelijk goud in de mond.
Onze ochtendwandeling zit er op.
Lunchtime – innerlijke mens sterken voor de namiddagwandeling.
Op naar Wéris, samen met een plaatselijke gids Rolf, “Legendes van Dolmen en Menhirs beleven”.
Wil je weten hoe onze middagwandeling is geweest? Deze en andere belevingen “Arduenna Experience” zijn terug te vinden in mijn collectie.
Veel leesplezier.