Op de avond van 27 april 1944 vertrokken 12 formaties van ieder 12 bommenwerpers. Hun doelwit voor die nacht: het belangrijke rangeerterrein van het Belgische Montzen, net ten zuidwesten van Aken.
De bombardementen verliepen redelijk succesvol. De meeste toestellen haalden hun doelwit en wierpen hun lading af. Niet lang nadat de terugweg was aangevat, werd de formatie onderschept door Duitse jachtvliegtuigen. Die nacht gingen er in totaal 15 van de 144 bommenwerpers verloren.
Eén van de aangeschoten toestellen was een Handley Page Halifax van de Royal Canadian Air Force. Het toestel was ingedeeld bij 434 Squadron en droeg het nummer LL243. De bijnaam voor dit vliegtuig was ‘the Bluenose Outlaw’.
De bommenwerper werd neergehaald door een tweemotorige Ju-88 jager van 1. Gruppe, Nachtjagdgeschwader 1 (1.NJG/1). De getroffen Bluenose kwam terecht bij Cartils, tussen Eys en Wittem.
Vier van de zeven Canadese bemanningsleden kwamen om tijdens de crash of waren al gedood tijdens de aanval: G.F. Maffre, de piloot/gezagvoerder, G.W. Snow, de radio-operator, Sergeant R.A. Meek, de rompschutter en Pilot Officer V.J. Cownden, de staartschutter.
Drie andere mannen hadden zichzelf in veiligheid kunnen brengen met hun parachute. Ze kwamen allemaal op verschillende plaatsen terecht.
De vier omgekomen Canadese soldaten werden later begraven in Maastricht, op de gemeentelijke begraafplaats aan de Tongerseweg, temidden van een aantal andere Britse, Canadese en Australische soldaten, vooral van de luchtmacht. Op hetzelfde ereveld liggen ook twee Britse bemanningsleden die vijf dagen eerder met hun Halifax waren neergestort in de buurt van Gulpen.
Het monument werd onthuld op 27 april 1994, precies 50 jaar na de fatale crash. Op een steen staan de namen van de gevallenen. Ook staan er delen van een vliegtuig, maar deze zijn hoogstwaarschijnlijk nep.
Gordon Stacey bezocht in 2009 op 86-jarige leeftijd het monument voor zijn gevallen kameraden.