Gesticht in 1216 door cisterciënzer monniken. De abdij Onze-Lieve-Vrouw van Val-Dieu is een haven van vrede in het hart van het land van Herve. Het bevindt zich in het midden van de driehoek Luik-Maastricht-Aken.
Sinds het vertrek van de monniken in 2001 kent de abdij een heropleving door de Christelijke Gemeenschap van Val-Dieu.
Je kan er ook terecht voor een hap en een drankje.
Het Val-Dieu-klooster (Latijn Abbatia Vallis Dei; Oud Nederlands: Goidsdaele; Duitse Gottesthal-abdij) is een kloostercomplex van een voormalige cisterciënzerabdij, ongeveer 4 km ten westen van de gemeente Aubel in de Belgische provincie Luik.
In de 12e eeuw kwamen de eerste cisterciënzermonniken naar het toenmalige prinsbisdom Luik en stichtten zij de abdij Hocht in Neerharen, niet ver van de stad Maastricht, als onderklooster van het Eberbachklooster.
De bouw van de abdij van Val-Dieu werd in 1216 mogelijk gemaakt na een schenking van de hertog van Limburg en graaf van Daelhem door monniken van het klooster Hocht. Het werd gebouwd op een plek in de buurt van Aubel, in de vruchtbare vallei van de rivier de Berwinne. Het behoorde daarom tot de afstamming van de primaire abdij van Clairvaux.
Het klooster bloeide aanvankelijk, maar leed tegen het einde van de 13e eeuw aan een crisis. In 1625 moesten de monniken zich terugtrekken in hun toevluchtsoord in Visé, 15 km verderop, omdat de abdij in 1575 door (protestantse) Nederlandse troepen in brand werd gestoken. In 1796 werd het geseculariseerd. De laatste abt Jakob Uls verwierf in 1805 een deel van de gebouwen (waaronder de abdijkerk), dat later overging op zijn erfgenamen.
In 1840 wist de laatste kloosterling van de oude abdij, Bernhard Klinkenberg uit Aken, de gebouwen terug te verwerven, waarna Val-Dieu in 1844 opnieuw werd bevolkt door cisterciënzers uit Bornem. Pater Klinkenberg werd abt en heroprichter van de abdij. De abdijkerk werd tegen het einde van de 19e eeuw in neogotische stijl herbouwd en in 1884 ingewijd. Enkele architectonische elementen uit de 13e eeuw zijn bewaard gebleven, zoals de romaanse begrafenispoort, de sacristie en twee kapellen. De toren werd pas in 1934 toegevoegd. Tussen 1996 en 2000 leidde de emeritus abt van Hauterive, Bernhard Kaul, het klooster zoals voorheen, totdat hij in 2000 terugkeerde naar Zwitserland.
Het klooster werd tot 2001 bewoond door monniken. Tegenwoordig woont en werkt hier een cisterciënzer lekengemeenschap. Hun belangrijkste taken zijn het cultiveren van gebed en leven binnen het klooster, de verzorging van pelgrims en retraites.
Sinds 1997 worden in de eigen brouwerij verschillende abdijbieren gebrouwen, die landelijk op de markt worden gebracht in de detailhandel en in de kloosterwinkel naast de brouwerij.
Het klooster diende als filmlocatie voor de misdaadserie Wilsberg in de afleveringen In the Name of Rosi en Gods Work en Satan's Coal.
Voormalige cisterciënzerabdij, sinds 2001 gerund door seculiere krachten; prachtige binnenplaats om buiten te eten; Val Dieu produceert nog steeds zijn eigen bier en kaas.
Vertaald door Google •
Maak een gratis komoot-account aan om nog 16 andere tips van insiders te krijgen.