Tijdens mijn wandelingen ben ik mensen met de meest uiteenlopende spullen tegengekomen. In Peru ontmoette ik een vrouw die de 5-daagse Inca Trail door het Andesgebergte op een paar Converse-gympen deed (inderdaad, die stoffen schoenen met die dunne zooltjes). Een vriendin van een studievriendin fietste Malawi door op een goedkope mountainbike met boodschappentassen als fietstassen. Een andere kennis ging elk weekend tijdens de pandemie kamperen in een goedkope pop-uptent. 

Het is duidelijk: je kunt prima van het buitenleven genieten zonder dat je acht verschillende fietsen hebt, of een andere regenjas hebt voor elke sport die je wilt proberen. Maar als je even door je Instagram-feed scrolt, of een outdoorwinkel binnenstapt, krijg je een hele andere indruk.

In het algemeen ben ik niet zo’n fan van spullen. Ik maak een uitzondering voor planten en boeken, maar als het om outdooruitrusting gaat, hou ik het liever simpel. Minder spullen betekent ook meer ruimte in mijn hoofd (en in mijn fysieke ruimte), en het idee dat ik geld moet uitgeven aan spullen om spannende avonturen te beleven, voelt voor mij niet goed. Er zijn al genoeg obstakels die mensen ervan weerhouden om het avontuur op te zoeken. Dure spullen of de druk om de 'juiste' spullen te kopen zou daar niet één van moeten zijn. 

Momenteel heb ik één paar lekker lichte, sneldrogende schoenen waarmee ik ga trailrunnen en wandelen. En ik heb een fiets die ik gebruik om naar mijn werk te gaan, als toerfiets, en als gravelbike (ik heb er zelfs wel eens een singletrack mee gedaan). 

Oké, ik geef toe dat mijn buitenactiviteiten zich meestal afspelen bij mooi weer en op 'vriendelijk' terrein. Hoe extremer het avontuur, hoe meer specialistische (en dure) uitrusting je nodig hebt. Voor beginners en 'wannabe'-avonturiers met wat minder diepe zakken is het idee dat je veel gespecialiseerde spullen nodig hebt totaal misleidend. Je hebt geen dure spullen nodig om buiten plezier te hebben: in de meeste gevallen zijn een paar basisitems voldoende.

Mijn filosofie

Ik gebruik wat ik al heb, ik leen, of ik koop tweedehands. Alleen in heel specifieke situaties neem ik de tijd om – lekker nerdy – diep in de materie te duiken, of om veel geld uit te geven aan gespecialiseerde spullen: 

• Veiligheid: als ik ergens naartoe ga waar het nat, extreem koud (of heet), afgelegen of erg onherbergzaam is, en ik het materiaal dat ik nodig heb niet kan lenen, dan investeer ik in kleding en spullen die me warm en veilig houden.

• Regelmatig gebruik: als ik lange afstanden ga doen, of iets vaker wil doen, dan wil ik best investeren in goede spullen. Als je iets vaak doet, wordt comfort extra belangrijk. Als het maar voor één keer is, bijvoorbeeld een korte wandeltocht met overnachting om te zien of ik van trektochten hou, dan gebruik ik wat ik al heb of leen ik wat ik nodig heb.

• Functionaliteit: ik woon in Groot-Brittannië en dus regent het vaak. Zonder een goede regenjas, bijvoorbeeld, zou ik geen stap buiten de deur zetten. En als mijn huidige regenjas op is, dan geef ik graag wat extra geld (en kastruimte) uit aan een goede, nieuwe jas – die ik vervolgens tot het bittere einde blijf dragen tijdens mijn wandel- en fietstochten. 

Ik ben heel graag buiten en heb geweldige avonturen in de natuur beleefd: meerdaagse wandeltochten in Schotland en Slovenië, of bikepackingweekenden hier in Groot-Brittannië. Elke week breng ik flink wat uren in de buitenlucht door, en toch heb ik geen kamer vol met outdoorspullen. Ik hoef ook niet al mijn spaargeld aan nieuw 'speelgoed' uit te geven. Elke keer weer ontdek ik dat je geen nieuwe spullen nodig hebt als je eens iets nieuws wilt proberen. Gebruik wat je hebt, improviseer, of leen het van vrienden of familie, en ga gewoon naar buiten. Het maakt de natuur niet uit of je op je Converse-gympen loopt, of dat je boodschappentassen als fietstassen gebruikt.

/ Meer avonturen