
Nummer 13
Relatietest in de bergen: als stel de Alpenpassenroute hiken
Nic Hardy
Vera Ngosi
Malawi is een land dat veel mensen niet eens kunnen aanwijzen op de kaart, en daarom perfect voor de elfde aflevering van Notes from Outside. Het verhaal van deze maand brengt ons naar een klein land in de binnenlanden van zuidoostelijk Afrika, naar een bergwandeling op een piek gesluierd in lokale mythes. Het is het verhaal over een meerdaagse wandeling met regen, glijpartijen en moeilijke beslissingen. En het geeft het perspectief van een local die voor die voor het eerst in het gebied waar ze opgroeide op ontdekking gaat. Misschien was je interesse al gewekt bij “Malawi”, misschien houd je gewoon van een goed verhaal over hiken, het is hoe dan ook de moeite waard om even een kop thee of koffie te zetten en 5 minuten van je tijd hieraan te besteden.
Stephanie
Editor, Notes from Outside
Terwijl ik wakker lag in de cocon van mijn klamboe en probeerde het geluid van alle insecten te negeren, twijfelde ik aan de reeks keuzes die me naar de voet van de Mount Mulanje hadden gebracht. Met 3002 meter is Mulanje de hoogste berg in Malawi, en de hoogste die ik ooit beklommen had. De geplande 4-daagse excursie zou mijn eerste meerdaagse hike worden. Maar het was niet zo zeer de route waar ik bang voor was, maar het feit dat de piek gehuld was in lokale legendes.
Als kind in Malawi, had ik talloze verhalen gehoord over de geesten van onze voorvaderen die op de berg naar mensen aan het loeren waren, over spleten die zich openden en mensen in hun geheel opslokten, en over onverklaarde verdwijningen van bergwandelaars. Een wens om de top te beklimmen werd door de meeste mensen gezien als een doodswens. Iets voor naïeve toeristen. Het hielp ook niet dat de naam van de top, Sapitwa, iets betekent als Een plek waar mensen niet komen. En toch besloot ik twee decennia nadat ik het land had verlaten, weer naar huis te gaan en dit betoverende deel van mijn land te ontdekken, dat ik door angst in mijn kindertijd door angst nooit bezocht heb.
Stijf van de zenuwen, schoof ik de klamboe aan de kant en begon aan het avontuur. De dag begon meteen met een steile beklimming. Door grasland en langs rivieren. Het was koud, nat en mistig, en het zicht was minder dan 10 meter. Niet de start die ik me had voorgesteld, nadat ik het winterse Wales had omgeruild voor de tropen. Het terrein was uitdagend, en ik realiseerde me snel dat dit geen gemakkelijke trektocht ging worden, maar ik werd voortgestuwd door een gevoel van vastberadenheid. Ik werd vergezeld door mijn partner, een gids en een drager. De gids vertelde een verhaal over de laatste bergwandelaar die op de berg vermist raakte: een waarschuwing die ons werd gegeven zodat we ons hoofd koel houden en de berg respecteren.
Toen de middag aanbrak en de mist begon op te trekken, verdwenen ook mijn zorgen. Ik voelde voor het eerst blijdschap over wat me te wachten stond. Met elke seconde die voorbijging, dwarrelden de wolken rond de bergtoppen. Bijna alsof ze dansten. Keer op keer lieten ze ons een glimp opvangen van grillige toppen en rotsachtige bergkammen die daarvoor nog verborgen waren. De dansende wolken zorgden ervoor dat de aanblik van het landschap geen minuut hetzelfde was. Dit maakte deze plek nog mysterieuzer en het was ook een herinnering om volledig in het moment te leven, er helemaal van bewust dat geen twee momenten hier op de berg ooit identiek zouden zijn.
12,5 kilometer wandelen en 1900 hoogtemeters verder bereikten we onze eerste berghut. We waren de hele klim niemand tegengekomen, maar hier werden we verrast door een groep Duitsers en Noren die zich al hadden geïnstalleerd en een vuur hadden gemaakt. Wanneer avontuurlijke mensen elkaar ontmoeten in zulke afgelegen gebieden, gebeurt er vaak iets magisch. Hele levensverhalen worden zo met elkaar uitgewisseld en dit soort vluchtige momenten worden blijvende herinneringen voor alle reizigers.
Op dag twee vertrokken we om 5.30 voor onze poging om de top te bereiken. Het weer was niet ideaal: opnieuw een mistige start en nu ook dreigende wolken in de verte. We hoopten de top te kunnen bereiken en weer terug bij de hut te zijn voor de omstandigheden verslechterden. Terwijl ik mijn zenuwen onder controle probeerde te houden, klauterde ik al snel over rotsen, kroop ik op handen en voeten, balanceerde ik op smalle richels, wurmde ik me door nauwe spleten, sprong ik over grote rotsblokken, en glibberde ik op mijn kont. Door de mist waren de steile hellingen nog verraderlijker geworden. Ik worstelde me op grote rotsplaten met een helling van 45-graden omhoog, zonder me ergens vast te kunnen houden, terwijl ik mezelf afvroeg: “Heb je echt geen touwen en klimgordel nodig voor deze route?”. Mijn hart bonsde wanhopig om de top te bereiken, maar ik begon minder vastberaden te worden. Hoe hoger we klommen, hoe slechter het weer werd. Ik was er vrij zeker van dat ik de angst kon overwinnen en de top kon bereiken, maar ik wist niet zeker of ik wel weer veilig terug kon komen over dezelfde route in verslechterende omstandigheden. Ik stopte meerdere keren om onze gids te vragen of hij het verantwoord vond om door te gaan. Hij haalde alleen zijn schouders op, wat me niet hielp om mijn zelfvertrouwen op te vijzelen. Op het moment dat de mist plotseling verslechterde en het ook nog begon te regenen, wisten mijn partner en ik dat we zelf de moeilijke beslissing moesten maken. De gids had deze berg ontelbare keren beklommen, wij waren beginners. We moesten snel onze eigen vaardigheden inschatten en de grootte van de risico’s die we bereid waren te nemen. En we moesten snel beslissen. Het was een touwtrekgevecht tussen mijn rationele en emotionele kant. Uiteindelijk overwon de ratio en keerden we om op 1,5 kilometer en 300 meter van de top. “Het maakt niet uit. De berg blijft er wel,” mompelde ik tegen mezelf op de glibberige weg naar beneden.
We kwamen veilig weer terug in de berghut en ik was blij dat ik deze beslissing had genomen, maar ondanks de opluchting, voelde ik ook wat spijt dat we moesten omkeren. Sapitwa. Een plek waar mensen niet komen. “Een plek waar Vera niet is gekomen,” dacht ik.
Ik had nog twee dagen op de berg en er viel nog veel meer te ontdekken. Ik wilde er graag een memorabele ervaring van maken, in plaats van me te focussen op één berg. Nadat we de rest van onze spullen uit de hut hadden opgehaald, gingen we verder. En wat volgde waren de mooiste wandeldagen die ik ooit heb gehad. Zonder de druk om een bepaalde top te bereiken, genoot ik van de tocht door het weidse en gevarieerde landschap. Ik zwom in verfrissende rotspoelen, plukte bessen, bewonderde watervallen die naar beneden stortten, en baadde in de warme gloed van prachtige zonsondergangen. Ik ben letterlijk de tel kwijtgeraakt van hoe vaak ik ademloos was door de schoonheid van dat plateau. Er waren momenten dat de tranen in mijn ogen schoten, omdat angst me zo lang had weggehouden van dit prachtige en ondergewaardeerde deel van mijn land.
Op de laatste dag, terwijl we weer terug van de berg naar beneden gingen, voelden mijn benen de effecten van 60 kilometer wandelen en 5000 hoogtemeters klimmen. De nostalgie begon al op te komen, en ik wilde niet dat er een eind aan zou komen. Als fietser was ik wel gewend aan lange afstanden op de fiets, maar dit was anders. Het langzame tempo waarin we ons door het landschap bewogen, betekende dat ik de flora en fauna op een veel intiemere manier had beleefd. En ook al was ik maar vier dagen op de berg geweest, was het voor mij een ervaring die mijn leven veranderd heeft. Ik realiseerde me dat dit avontuur niet alleen draaide om het bereiken van de top van de Sapitwa. Het draaide juist om het loslaten van angsten, leren dat omkeren niet hetzelfde is als falen, en dat avontuur het omarmen van dit soort onverwachte omwegen is.
Woorden en foto's: Vera Ngosi
Vera komt oorspronkelijk uit Malawi en woont nu in Cardiff. Ze ontdekte haar liefde voor het fietsen, toen ze zes jaar geleden naar Wales verhuisde. Waar ze eerst door haar partner overgehaald moest worden om op een tandem te rijden, is ze nu een volwaardige avontuurlijke bikepacker die graag te fiets Europa en Afrika verkent. Als directeur en mentor van de Ultra Distance Scholarship, wil Vera helpen om de aanwezigheid van zwarte mensen in de outdoorwereld vergroten. Bekijk haar komoot-profiel om haar avonturen te volgen.
Nummer 13
Nic Hardy
Nummer 12
Udo Kewitsch